Rookhinder voorkomen

Hout of ander materiaal stoken kan gezellig zijn, maar brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee. Rookoverlast kan leiden tot gezondheidsproblemen en onenigheid met je buren. Het is belangrijk om te weten welke specifieke regels gelden om overlast te voorkomen.

Wat mag wel en wat mag niet?

De politiecodex bevat duidelijke bepalingen over het stoken van materialen (artikelen 176, 177, 178 en 179).

Wat is toegestaan?

Barbecues in private tuinen
Verbranden van droog snoeihout, steenkool of afgeleide producten in sfeerverwarmers met een maximum diameter van 50 cm
Verwarmen van onbehandeld stookhout
Voor onbehandeld stookhout in houtkachels voor de verwarming van woonverblijven en werkplaatsen, in sfeerverwarmers en gelijksoortige toestellen met een nominaal thermisch vermogen van maximaal 300 kW, geldt het verbod niet
Het gebruik van die installatie stemt overeen met de code van de goede praktijk

Wat is verboden?

Vuur maken in de openlucht
Tenzij je een voorafgaande en schriftelijke toelating hebt van de burgemeester of zijn/haar afgevaardigde
Verbranden van huishoudelijk afval
Verbranden van droog snoeihout, steenkool of afgeleide producten in sfeerverwarmers met een diameter van meer dan 50 cm
Stoken bij windstilte en mist

Waarom is rookhinder een probleem?

Hout stoken voor de verwarming van je woning of gewoonweg voor de gezelligheid is minder onschuldig dan het lijkt. Het zorgt voor de uitstoot van schadelijke stoffen en kan geurhinder en gezondheidsproblemen veroorzaken voor jezelf en je buren. De stoffen in rook zijn irriterend voor je luchtwegen en kunnen bovendien een rol spelen bij astma, vruchtbaarheidsproblemen en kanker. Stook dus zo weinig mogelijk.

Tips voor minder rookhinder

Gebruik enkel toegelaten brandstoffen
Kies een geschikt verbrandingstoestel dat een aangepast vermogen heeft en aangesloten is op een voldoende hoge schoorsteen die goed trekt;
Dat die schoorsteen ver genoeg ligt van ramen en ventilatieopeningen van je eigen woning en die van de buren.
Let erop dat er voldoende aan- en afvoer is