Als een kindje dat meer dan 6 maanden gedragen werd kort voor of na de geboorte overlijdt, moet hiervan, zoals bij elk ander overlijden, een akte van overlijden worden opgesteld.
Voorwaarden
De aangifte van een doodgeboren kind is verplicht vanaf een zwangerschapsduur van 180 dagen (26 weken of 6 maanden).
De ouders hebben dan de keuze om een voornaam/familienaam op te nemen in de akte.
Werd het kind tussen 140 en 179 dagen gedragen, dan kan het kindje wettelijk worden aangegeven en officieel een naam krijgen. De ouders hebben de keuze om het overlijden aan te geven en een akte van een levenloos kind te laten opmaken, maar het is dus geen verplichting. De ouders kunnen het kindje ook een voornaam geven (een familienaam is hier niet voorzien).
Werd het kind geen 140 dagen gedragen, dan wordt het kindje niet wettelijk aangegeven en krijgt het officieel geen naam. In Laakdal kan je wel het kindje laten registreren in het sterrenregister. Op die manier heb je een symbolische registratie. Wil je graag een sterretje aan de sterrenweide? Dan kan je ook hier een aanvraag voor indienen. Je vindt hierover meer info via deze link.
Procedure
Het overlijden moet officieel vastgesteld worden door een dokter. Hij/zij zal een attest van overlijden opmaken met de vermelding van de zwangerschapsduur.
De aangifte moet gebeuren bij dienst burgerzaken van de plaats van het overlijden. Meestal zal de begrafenisondernemer voor de aangifte en alle administratieve formaliteiten zorgen, maar je kan dit als ouders ook zelf doen.
Indien het kindje leefde op het ogenblik van de geboorte, maar overleed vooraleer de geboorte aangegeven werd, dan zal je de geboorte eerst moeten aangeven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Daarna zal de ambtenaar een akte van overlijden opmaken aan de hand van de documenten van de begrafenisondernemer.