Overlijden: aangifte doodgeboren kind

Als je kindje levenloos geboren wordt, moet er een akte van overlijden opgesteld worden vanaf een zwangerschapsduur van 180 dagen. Je doet deze aangifte bij de dienst burgerzaken.

Vanaf 31 maart 2019 is er een uitbreiding van de wetgeving:

• Geboorte van een levenloos kindje na een zwangerschapsduur van 180 dagen te rekenen vanaf de bevruchting:
  • Aangifteplicht
  • De ouders hebben de keuzemogelijkheid om een voornaam / familienaam op te nemen in de akte van een levenloos kind
• Geboorte van een levenloos kindje van een zwangerschapsduur van 140 dagen tot en met 179 dagen vanaf de bevruchting:
  • De ouders hebben de keuze om het overlijden aan te geven en een akte van een levenloos kind te laten opmaken.
  • De ouders kunnen een voornaam geven (een familienaam is hier niet voorzien)

Het overlijden moet officieel vastgesteld worden door een dokter. Hij / zij zal een attest van overlijden opmaken met de vermelding van de zwangerschapsduur.

De aangifte moet gebeuren bij dienst burgerzaken van de plaats van het overlijden. Meestal zal de begrafenisondernemer voor de aangifte en alle administratieve formaliteiten zorgen, maar je kan dit als ouders ook zelf doen.

Indien het kindje leefde op het ogenblik van de geboorte, maar overleed vooraleer de geboorte aangegeven werd, dan zal je de geboorte eerst moeten aangeven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Daarna zal de ambtenaar een akte van overlijden opmaken aan de hand van de documenten van de begrafenisondernemer.

• Overlijdensattest
• Identiteitsbewijs ouders
• Trouwboekje of bewijs van erkenning voor de geboorte (indien er geen erkenning werd opgemaakt : toestemming van de moeder dat de vader opgenomen mag worden in de akte)